koor en instrumentaal ensemble
1997
duur: 23’
1. Over de laagste geluiden
2. De stilte van de wereld voor Bach
3. Discussies
koor (minimaal 24 zangers), viool, trompet, 2 harpen, piano/klavecimbel/celesta, synthesizer, slagwerk (2 spelers)
uitgave: Donemus
en nergens Bach stapelt paradox op paradox. De drie gedichten van de Zweedse dichter Lars Gustafsson gaan over onhoorbare klanken. Je zou deze onhoorbare klanken kunnen vereenzelvigen met wat Matthijs Vermeulen ooit ‘de ene grondtoon’ heeft genoemd, dat wil zeggen, datgene wat aan alle poëzie en muziek vooraf gaat. ‘De laagste geluiden’ uit het eerste gedicht zijn, als ze maar laag genoeg zijn, ‘meer lichaam dan geluid’. In het tweede gedicht heten instrumenten nog ‘onwetend’ van Das Wohltemperierte Klavier. Het derde gedicht vertelt van ‘eigenaardige experimenten’ uit ‘oude akoestiek-leerboeken’ en verplaatst lezer en luisteraar naar het ‘akoestisch knooppunt’ waar geluid zichzelf opheft. De gedichten worden in het Zweeds gezongen.
première op 28 februari 1998 in het Concertgebouw te Amsterdam, uitgevoerd door Cappella Amsterdam en het Asko Ensemble onder leiding van Reinbert de Leeuw